Het landschap aan het woord: Hoogstamfruitbomen in de IJsselstreek

Op de website van De IJssel Anders staan prachtige verhalen over de IJsselstreek. Over de hoogstamboomgaarden in de IJsselvallei schreef Rob le Rutte een mooi verhaal over de fruitbomen in het verleden en in het heden en de uitdagingen waarvoor we staan met de rijke oogst aan appels en peren:

Het Landschap aan het woord
over Ik ben weer terug in het Landschap

Een eeuw lang, maakte ik onlosmakelijk deel uit van het IJssellandschap. Eerst in klein verband in de boerderijboomgaard. Dat groeide echter uit tot een weideboomgaard vol appel- en perenbomen, met grazende koeien er onder. Mensen uit stad en dorp en buitenland vroegen om mijn fruit en zo raakte ik wijd verspreid in de IJsselvallei. Met duizenden bomen boden we in de lente een bloesempracht, in de zomer een schaduwrijke weide en in de herfst een overvloed aan vruchten. Direct van mijn takken te eten, maar ook om te bewaren voor later. Elk ras een unieke combinatie eigenschappen passend bij de vraag en het gebruik van toen. Ik droeg mooie namen als Jacob Dirk, Winterjan, Schone van Boskoop, Princesse Noble, Present van Engeland, Oranje Reinette, Brabantse Bellefleur, Ribbeling, Winterbergamot, Pitmaston, Groninger Kroon, Tesselaar, Pondspeer, Huismanzoet, Gieser Wildeman, Beurré de Merode. Mijn naam toonde expressie van herkomst, uiterlijk of smaak. Helaas geen naam uit eigen streek.

Het boerenbedrijf veranderde en daarmee ook mijn plek in het landschap. Koeien en fruitbomen pasten niet meer bij elkaar. We werden letterlijk een sta in de wei. Stapels bomen aaneen geschoven en afgevoerd. Wat restte was de weinig diverse grasweide en het maisveld. Een zelfde lot dat ook de heg, het akkermaalbosje, rabattenbos en de griendwaard hadden ondergaan. Het landschap verarmde qua structuur en diversiteit aan plant en dier. De kenmerkende diversiteit van het IJssellandschap veranderde in een eentonige grasmat. 

Maar ik kwam weer terug!
 

Het tegengaan van de verarming van het landschap kreeg hulp van de Buitenlui. Niet voorzien, maar zeer welkom. Agrarische productie met grote gebouwen zorgde voor vrijkomende boerderijen. Dit bood kansen om de trek naar het platteland een plek te bieden. Buitenlui vulden met hun leef ambities de ruimtelijke gaten tussen de grotere agrarische bedrijven[1][2]. Een leefplek die kon voorzien in het verlangen naar landelijkheid, romantiek , leefruimte en buiten leven met dieren en moes tuinieren. Gouden tijden voor Landleven, Buitenleven, Seasons en Naober. Buitenlui werden door de ”ontboering” van het buitengebied een aanzienlijke groep potentiële landschapsbeheerders. Rond 2000 was 9% van het buitengebied in eigendom bij buitenlui[3]. Dat groeide de laatste twintig jaar alleen maar door en bood kansen voor Natuur op eigen erf[4]. En daar hoorde ik, de hoogstamfruitboom, ook bij. Een nostalgisch landschapselement dat werd omarmd door erf aankleders als de provinciale organisaties landschapsbeheer en buitenadviseurs. Gemeenten en provincies zorgen al 25 jaar door subsidie voor aanplant van bomen en stuiken. We zijn inmiddels weer met duizenden in de IJsselstreek. Met onze cultuurhistorische wortels, als IJsbout, Lemoenappel, Gravensteiner, Rode Sterappel, Légipont en Notarisappel. Een rijke bron aan vruchten met vele gebruiksmogelijkheden van Boom tot Bord en Glas[5]  


Bij deze grootschalige aanplant blijven stelselmatig twee zaken onderbelicht. 
De noodzaak tot snoei en gebrek aan kennis daarover is een eerste zorg. Regelmatige snoei leidt een jonge boom ten lange leste naar een veteranenstatus. Snoeien is te leren en ervaring helpt daarbij. Er is een grote druk op vrijwilligersgroepen om in de snoeibehoefte te voorzien. Maar ook een kans om van snoeien werk te maken.  

Een stevige open kroon met ruimte voor licht en lucht leidt tot de tweede zorg. De uitdaging om de grote hoeveelheden fruit uit mijn kroon tot waarde te brengen. Op tafel, uit de hand en in een glas of gerecht, vers, bewerkt en langdurig houdbaar. Het kan allemaal. Mijn drang tot voortplanting via in vruchten verpakte pitten is zo overdadig dat dit in de herfst tot een vruchtentapijt kan leiden. Creativiteit leidt tot mogelijkheden als sap, stroop, cider en chips. Wat is het toch handig en lekker om je eigen landschap te eten en te drinken. 

Benut de mogelijkheden en waardeer wat ik als hoogstamfruitboom jouw IJssellandschap te bieden heb. 

Rob le Rutte
Snoeier, cidermaker, verteller, genieter  


[1] Montijn, Ileen. Naar Buiten!, Uitgeverij SUN, 2002.
[2] Sikkel, Manon en Marion Witter. Domweg gelukkig op het platteland. Stadsmensen over het buitenleven.
[3] le Rutte, Rob, Gerrit Jan van Herwaarden en Willem Boers (2005) Buitenlui: een aanzienlijke groep potentiële landschapsbeheerders. Vakblad Natuur Bos Landschap, oktober blz 8-11). 
[4] Gerrit Jan van Herwaarden en anderen. Natuur op eigen erf. Uitgeverij Roodbont 2005. 
[5] https://www.boomtotbord.nl/oude-fruitrassen ” 

Hoogstamboomgaard met appelbomen.